Bewuster online bestelgedrag bij centrumbewoners
Bijgewerkt op: 27 oktober 2021
Consumenten zijn bereid om hun gedrag aan te passen voor een duurzamere levering van een online aankoop. Zo is 42% van de consumenten positief over langer wachten op een bestelling als dat duurzamer is. Slechts 12% zegt dit niet te willen doen. 15% van de consumenten is bereid om te betalen voor een bezorging met minder CO2-uitstoot. Dit percentage is iets gedaald, want voor de COVID-19-crisis was dit nog 17%. Dat blijkt uit de nieuwe Duurzaamheidsmonitor voor de e-commercesector van Thuiswinkel.org, die is uitgevoerd door StakeholderWatch.
Thuiswinkel.org is begin dit jaar gestart met het monitoren van de publieke opinie over e-commerce en duurzaamheid. Wijnand Jongen, directeur van Thuiswinkel.org: “De e-commercesector is heel efficiënt georganiseerd en dat is gunstig voor het klimaat, maar veel consumenten blijken een ander beeld te hebben. Bij het maken van duurzame keuzes is het voor zowel webwinkels als consumenten belangrijk om te weten wat een duurzame manier van aankopen doen is. De informatie uit de monitor helpt ons om de consument beter te informeren over het maken van een duurzame keus en om webwinkels te helpen in te spelen op de wensen van de consument in de verdere verduurzaming van de sector.”
Duurzaam online winkelen populairder in de stad
De woonsituatie van mensen maakt veel uit voor de bereidheid tot duurzaam online bestelgedrag. Inwoners van stadscentra (24%) zijn veel vaker bereid om te betalen voor een duurzame levering dan mensen die wonen in woonwijken (17%), in een dorp (14%), of buiten de bebouwde kom (10%). 23% van de centrumbewoners laat duurzaamheid van de webwinkel ook meewegen in het besluit om daar al dan niet een aankoop te doen. Bij inwoners van een dorp (16%), buitenwijk (18%) of op het platteland (18%) is dit een stuk minder het geval. Stadsbewoners kiezen ook vaker een afhaalpunt uit duurzaamheidsoverwegingen: 35% van de centrumbewoners en 33% van de inwoners van een buitenwijk kiest bewust voor afhaalpunten. Bij dorps- en plattelandsbewoners gaat dit om respectievelijk 28% en 25%. Mensen in een stadscentrum voelen zich ook vaker bezwaard over een bestelling (18%) ten opzichte van een percentage tussen de 7% en 11% voor de groepen buiten het centrum.
Verschil in generaties: Millennials geneigd minder duurzame keuzes te maken
Opvallend is dat vooral Millennials (geboren tussen 1980 en 1994), in vergelijking met andere generaties, in het laatste half jaar steeds minder bereid zijn om duurzame keuzes te maken als het gaat om online winkelen. De oudste generatie (babyboomers, geboren tussen 1946 en 1961) is het meest geneigd tot duurzaam gedrag bij het online winkelen. Liefst 50% is zeer bereid om langer te wachten op een bestelling als dat duurzamer is en 17% wil extra betalen voor minder CO2-uitstoot. De Millennials stonden tot de zomer van 2020 ook te boek als duurzaam: 40% procent van hen was bereid te wachten en 18% gaf aan te willen betalen voor minder CO2-uitstoot. Sinds de zomer daalt dit animo echter snel: inmiddels wil nog maar een derde van de Millennials wachten (34%) en geeft nog maar 13% aan te willen betalen. Daarmee daalt hun bereidheid om te betalen voor CO2-reductie tot onder dat van Generatie X (1961-1980) en Generatie Z (1996-2005) met respectievelijk 14% en 18%. Geen enkele generatie voelt zich vaak bezwaard als het gaat om online winkelen, al komt dit bij de jongere generaties GenZ (14%) en Millennials (12%) wel vaker voor dan bij Boomers en Generatie X (7%).
Gebrek aan kennis wat duurzame afleveropties zijn
“Slechts 12% van de consumenten denkt dat online bestellen en de volgende dag afleveren een duurzame winkeloptie is. Het blijkt dat het best lastig is voor consumenten om te bepalen wat een milieuvriendelijke optie is, want dit is in Nederland toch echt een van de meest duurzame opties. De logistieke processen zijn hier goed geregeld, zeker wat betreft next-day delivery. De busjes kunnen goed gevuld worden”, reageert Wijnand Jongen. “De CO2-impact van een online bezorging is, afhankelijk van de factoren zoals afstand en vervoersmiddel, naar schatting ongeveer gelijk aan een bezoek aan de fysieke winkel. Dit komt omdat winkels vaak dagelijks beleverd worden met vrachtwagens in de binnenstad. De pakketbezorging is in Nederland heel efficiënt georganiseerd, omdat pakketten van verschillende winkels allemaal in één bus gaan die wel 200 bestellingen kan bezorgen. Enkele autoritten van consumenten naar de winkel leveren meer CO2-uitstoot op dan een rit van een pakketbus.”
Uit de Duurzaamheidsmonitor blijkt dat 63% van de consumenten bezorging bij een afhaalpunt en dan zelf met de fiets ophalen wel ziet als een milieuvriendelijke optie. Jongen: “Een afhaalpunt levert, in tegenstelling tot het beeld dat er bestaat, op dit moment geen milieuwinst op ten opzichte van thuisbezorgen, zelfs wanneer de consument het pakket lopend of met de fiets ophaalt. Het heeft wel die potentie als een groot deel van de consumenten voor deze optie zou kiezen. Met het programma Bewust Bezorgd probeert Thuiswinkel.org meer inzicht te bieden in de duurzaamheid van verschillende afleveropties. Als je een duurzame keuze wilt maken als consument, is het belangrijk om te weten wat de beste optie is.”
Maar 5% van alle busjes in binnensteden bezorgen pakjes
Gevraagd naar hoeveel van de bestelbussen in Nederland voor de e-commercesector rijden, zijn de schattingen van consumenten vele malen hoger dan de werkelijkheid. 36% van de respondenten denkt dat 30-50% van de bestelbussen pakketten rondbrengt en 32% denkt zelfs 50-80%. Jongen: “De perceptie loopt ook hier scheef met de werkelijkheid. Het percentage bestelbusjes dat voor de e-commercesector rijdt, is namelijk slechts 5% (in de stad), zo blijkt uit onderzoek van een aantal onderzoeksbureaus in opdracht van de Topsector Logistiek. De uitstoot van de e-commercelogistiek is in totaal circa 252.000 ton CO2. Dit komt overeen met ongeveer 2,5% van de totale Nederlandse CO2-uitstoot in de logistieke stromen. Het aandeel lijkt voor mensen vermoedelijk zoveel hoger omdat de pakketbusjes voor de deur stoppen, terwijl bijvoorbeeld de bussen van de bouwsector en servicediensten van zelfstandigen minder zichtbaar zijn. De meeste bestelauto’s rijden voor deze sectoren.”
Verduurzaming volgens klanten
De consument is ook gevraagd welke acties e-commercebedrijven volgens hen kunnen ondernemen om duurzamer te worden. Hierbij werden 11 mogelijkheden voorgelegd. Minder plasticgebruik wordt door de meeste respondenten (78%) zeer belangrijk gevonden, gevolgd door minder gebruik van verpakkingsmaterialen in het algemeen (70%). Minder belangrijk voor verduurzaming is volgens de consument dat er meer afhaalpunten komen; 47% vindt dit van belang. Wijnand Jongen: "De sector heeft als doelstelling om in 2025 50% minder CO2 uit te stoten ten opzichte van 2018. Dit gebeurt onder meer door hogere efficiëntie en een toename van emissievrije voertuigen. Het is bij de verduurzaming van belang dat bedrijven goed in beeld hebben welke maatregelen de meeste impact maken en dat ze rekening houden met wat consumenten belangrijk vinden."
Onderwerpen
Deel dit nieuwsartikel
Recente artikelen over dit onderwerp
-
De ROI van duurzaamheid: Hoe groene strategieën bijdragen aan winstgevendheid.
Gepubliceerd op 19 december 2024KennisartikelHoe je duurzaam ondernemen omzet in een winstgevende bedrijfsstrategie? In dit artikel ontdek je hoe groene strategieën niet alleen het milieu, maar ook je winstgevendheid verbeteren.
-
Online retailbestedingen stijgen met 5% in derde kwartaal 2024, aantal online aankopen stabiel
Gepubliceerd op 17 december 2024CategorieWat blijkt er uit de nieuwste cijfers van de Thuiswinkel Markt Monitor?
-
Podcastserie over circulair shoppen: een duurzaam én winstgevend businessmodel
Gepubliceerd op 9 december 2024KennisartikelIn de podcastserie van de expertgroep ‘Circulair shoppen in 2030’ van ShoppingTomorrow leer je hoe bedrijven als PostNL en Decathlon circulaire kansen benutten.
-
Hoe zit het met emissievrije bestelbussen in steden?
Gepubliceerd op 4 december 2024KennisartikelThuiswinkel.org ziet dat duidelijke en uniforme afspraken nodig zijn, zoals de landelijke regelgeving met heldere doelstellingen voor zero-emissiezones vanaf 2025.