Feiten en fabels over online winkelen

Wist je dat online winkelen gemiddeld duurzamer is dan fysiek winkelen? En dat er helemaal niet zoveel pakketbusjes rondrijden als veel mensen denken? 

Er bestaan veel misverstanden over onze sector. Dat is jammer, want daardoor worden beslissingen vaak gemaakt op basis van onderbuikgevoel in plaats van feiten. Wil jij weten hoe het echt zit? Lees dan verder! 

Cta Misverstanden

Veelgestelde vragen over...

Retouren

Hoe zit het precies met retouren? Wordt er veel geretourneerd en wat gebeurt er met de producten die terugkomen bij de webwinkels?

  • In 2022 zijn er 473 miljoen pakketten gestuurd naar consumenten. Het aantal retourpakketten was 58 miljoen. In 2022 werd 12,3% van de b2c-pakketten retour gezonden. 

    Voor de meeste productcategorieën liggen de retourpercentages rond de 5%. Kleding komt vaker terug. Retourpercentages van 30% zijn in de fashion niet uitzonderlijk, met uitschieters naar soms wel 40 tot 50%.

  • Er is recent geen goede studie gedaan naar de CO2-impact van de retourlogistiek.

    Wel is te stellen dat retourzendingen een beperkte impact op het aantal vervoersbewegingen hebben. Retourpakketten worden namelijk vaak ingeleverd bij een afhaalpunt of meegegeven aan de vervoerder bij de bezorging van een andere bestelling. Pakketten bij een afhaalpunt worden deels weer meegenomen door busjes die toch al terugreden van het bezorgen van pakketten, deels is er een extra ronde door de vervoerder nodig.

    Verreweg de meeste impact zit in de wijze waarop consumenten het pakket naar het servicepunt brengen (al dan niet met de auto). Daarnaast kosten de pakketten die retour gaan, op de heenweg ruimte in de vervoersmiddelen. Ten slotte is een heel klein percentage van de retouren niet meer te verkopen. De grootste milieu-impact heeft te maken met wat er gebeurt met het product na de retourzending. Is het nog heel en wordt het opnieuw verkocht? Of gaat het product kapot onderweg en moet het afgeschreven worden? In het laatste geval is de de impact groter.


    Effect of pick-up points and returns on CO2-emissions in last mile parcel delivery networks, TNO 2020.

  • De gemiddelde retourkosten voor een webwinkel liggen per order tussen de € 12,50 en € 19,50. Hieronder vallen kosten voor de verzending en voor de handling door de webwinkel. Voor kleinere webwinkels liggen de kosten vaak hoger.

  • De retourreden verschilt per productcategorie. Volgens een onderzoek van Klarna is de voornaamste reden dat consumenten producten terugsturen, omdat het product niet past (27%). Ook sturen consumenten artikelen terug, omdat het product kapot is (26%), omdat ze bewust extra maten hebben besteld (24%) en omdat de consument het product er in het echt anders vond uitzien (19%).

     

  • In de expertgroep Return on Returns van ShoppingTomorrow 2020 is een inventarisatie gedaan van wat er gebeurt met retour gezonden producten. Verreweg de meeste producten die retour komen worden weer als nieuw verkocht. Bij ruim de helft van de retailers ligt dit percentage tussen de 95 en 99%. Kleding scoort hierin hoog, en binnen een week kan een retour bij de volgende klant liggen. Bij sommige andere productcategorieën is het lastig om het artikel weer als nieuw te verkopen, daar liggen de percentages lager. Gemiddeld over alle webwinkels wordt 72% weer als nieuw verkocht. Bijna 9% van de retouren wordt als tweedehands of tweede kans opnieuw verkocht. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer de verpakking gescheurd is. 7,5% wordt gerecycled, 6% gaat terug naar de producent. De meeste webwinkels hoeven geen producten af te danken. Voor sommige productcategorieën zoals hygiëneproducten (denk aan matrassen of elektrische tandenborstels) of breekbare producten komt dit wel voor.

    Deze cijfers uit Nederland komen grotendeels overeen met cijfers uit Duitsland. De universiteit van Bamberg deed onderzoek naar retouren en kwam tot de volgende cijfers: 79% van de retour gezonden producten wordt weer als nieuw verkocht, 13% wordt met korting opnieuw verkocht, 3% wordt verkocht aan partijen die refurbishen of recyclen, 4% van de retouren wordt weggegooid.

  • Het is onjuist dat een groot deel van de retouren wordt vernietigd1. Over het algemeen doen webwinkels er alles aan om retour gezonden producten weer als nieuw te verkopen. De meeste retouren worden binnen enkele dagen aan een volgende klant verkocht. Dit geldt bij uitstek voor de textielsector, want slechts 0,35 procent van het totale textiel dat jaarlijks op de Nederlandse markt wordt gebracht, wordt afgedankt. Dat gaat om:

    • onverkochte voorraden uit de winkel;
    • kleding met fouten;
    • als kleinste deel geretourneerde kleding.

    99% van de kleding die retour komt, wordt weer opnieuw verkocht. 

    Vernietiging van retouren komt op zeer kleine schaal voor. Vaak hebben deze producten een (zeer) lage restwaarde en zijn andere opties, zoals tweedehands verkopen of recycling, uitgesloten wegens hygiëneredenen of te grote beschadiging.

  • De ‘returns management research group’ van de Duitse Universiteit van Bamberg heeft onderzocht dat door het rekenen van een retourprijs van €2,95 per artikel, het aantal retouren met meer dan 16% zou verminderen. Deze maatregel zou effectiever zijn dan betere productomschrijvingen of betere afbeeldingen. Webwinkels zijn echter terughoudend om de klant te laten betalen voor de retourzending. Niet helemaal terecht, want 62% van de consumenten staat positief tegenover het betalen voor retourzendingen om het aantal retourzendingen terug te dringen. 

    Uit onderzoek van Returnista onder 20 fashion retailers in Europa blijkt dat betaalde retouren zorgde voor een 24% lager retourpercentage dan niet betaalde retouren. 

    Uit een onderzoek van Sendcloud blijkt dat consumenten voor hogere aankoopwaardes ook meer bereid zijn om hogere retourkosten te betalen. Zo zijn de maximale retourkosten voor een order van €15, €3,75. Voor een order van €50 zijn de maximale retourkosten €4,50 en voor een order van €150 zijn de maximale retourkosten €6,50. 

    Ook het gedragsonderzoek van Populytics, naar interventies die het bestelgedrag van consumenten kunnen beïnvloeden, toont aan dat financiële prikkels effect hebben op de beslissing van een consument om wel of niet iets bij een webshop te kopen. Vooral bij het rekenen van retourkosten vanaf 5 euro is dit effect duidelijk zichtbaar. Bij het geven van een korting wanneer het product niet wordt geretourneerd, zien de onderzoekers ook effecten maar die zijn kleiner. Het informeren van consumenten over zowel de eigenschappen van een product als de duurzaamheid laat een verandering in bestelgedrag zien, maar het effect is erg beperkt.

  • Uit een inventarisatie van adviesbureau Simon-Kucher blijkt dat een aantal webwinkels inmiddels is gestopt met het standaard gratis versturen of retourneren van producten en dat veel anderen dit overwegen. Zo rekent Wehkamp nu 50 cent per teruggestuurd artikel om de grote stroom terugzendingen te stoppen.

    Uit onderzoek van de Twinkle 100 blijkt dat bij 9% van de top-100 webshops de verzending te allen tijde gratis is, bij 60% is dat gratis vanaf een bepaald aankoopbedrag. 27% van de webwinkels rekent altijd verzendkosten. Retourneren van bestellingen is vaker aan kosten verbonden; zo zien we dat 29% van de webwinkels altijd retourkosten rekent. 13% biedt de mogelijkheid om gratis te retourneren in een fysieke winkel. Slechts 55% van de webshops vergoedt standaard de retourkosten.

    De verwachting is dat meer webwinkels in de toekomst kosten gaan rekenen voor retouren.

     

  • Onder de huidige wet Koop op Afstand geniet de consument veel bescherming. Consumenten mogen zonder opgaaf van reden retourneren binnen 14 dagen. Daarbij krijgt de consument het aankoopbedrag en de kosten voor de verzending op de heenweg terug als zij de gehele bestelling retourneren.

  • Webwinkels kunnen een zo gedetailleerd mogelijke productomschrijving geven, zodat de consument zich een goed beeld kan vormen van het product dat hij koopt. Denk aan afmetingen en materiaal van het product. Hierbij horen ook goede productfoto’s. Voldoende kwalitatieve reviews helpen consumenten ook om de juiste keuze te maken. In de fashion is maatvoering een probleem. Niet voor ieder merk valt de maat hetzelfde. Webwinkels kunnen de consument helpen de juiste maat te kiezen met bijvoorbeeld maattabellen of door aan te geven of een artikel groot of klein valt. Er zijn steeds meer technologische oplossingen, zoals virtuele paskamers of tools die op basis van ingevoerde gegevens de juiste maat adviseren aan de consument.

    Daarnaast kunnen webwinkels werken aan bewustwording bij de consument over de impact van retouren, om zorgvuldig kiezen en - indien nodig - netjes terugsturen te stimuleren. Het verlengen van de retourtermijn kan helpen. Ten slotte kunnen webwinkels slim gebruik maken van (retour)data, door onder meer het hanteren van een retourformulier met veel details om grip te krijgen op retouren en tot betere productdetailinformatie te komen.

  • De consument kan goed onderzoek doen voordat hij een product bestelt, bijvoorbeeld door de omschrijving te lezen, de foto’s goed te bekijken en te letten op het formaat van het product. De consument kan gebruikmaken van maattabellen en soms stalen aanvragen. Productreviews lezen helpt ook.

    Indien een product toch retour gaat, is het belangrijk dat de consument het artikel weer netjes inpakt, zodat het onderweg niet beschadigt. Door aan te geven bij de webwinkel wat de reden van het terugzenden was, kan de consument de webwinkel helpen het aantal retouren in de toekomst te verminderen.

     

Verpakkingen

Hoeveel lucht zit er in pakketjes? Welke verpakkingen zijn duurzaam? En waarom moet een product eigenlijk in een extra doos?

  • De e-commerce is een groeiende markt. In 2022 groeiden de online bestedingen met 9% ten opzichte van 2021 tot bijna € 33,3 miljard. De hoeveelheid karton en plastic waarin we die aankopen verzenden groeit dus ook. Naar schatting wordt er zo’n 84,1 miljoen kg kartonnen verzenddozen, 0,8 miljoen kilo plastic verzendzakken en 2 miljoen kilo vulmaterialen per jaar op de markt gebracht. Hoewel dit slechts en klein deel is van het totale verpakkingsgewicht dat op de markt wordt gebracht, neemt de sector de verantwoordelijkheid om zich in te zetten voor duurzame verpakkingen met een lage impact op het milieu.

     

  • De belangrijkste reden om artikelen te verpakken is een goede bescherming van het product. De meeste productverpakkingen zijn niet geschikt om het artikel te beschermen tijdens de distributie. De verpakking moet dus stevig genoeg zijn voor pakketvervoer. De milieu-impact van een beschadigd product (afschrijving/ retourneren) is vele malen groter dan de impact van de verpakking. Daarnaast vindt een consument het belangrijk dat de productverpakking schoon en onbeschadigd is, zeker wanneer het product bestemd is als cadeau. Het is daarom de kunst om de juiste balans te vinden tussen ‘underpackaging’ zodat het product niet beschadigt en ‘overpackaging’ zodat er niet onnodig veel verpakkingsmateriaal gebruikt wordt.

  • Samen met de sector heeft Thuiswinkel.org een Brancheverduurzamingsplan Verpakken opgesteld. Hierin formuleert de branche doelstellingen voor verpakkingsdichtheid (mate van luchtreductie), efficiënter of niet verpakken waar dat kan, materiaalgebruik beperken, meer gerecycled materiaal inzetten en hoogwaardige recycling faciliteren.

    Bedrijven in de sector gebruiken het brancheverduurzamingsplan als richtlijn om verbeteringen door te voeren. We zijn gestart in 2015, en iedere drie jaar worden de doelstellingen aangescherpt. Naast het inzetten op de al bestaande doelstellingen uit het brancheplan, zet Thuiswinkel.org in het nieuwe brancheplan ook in op een ketenaanpak voor herbruikbare verpakkingen. Met een consortium van bedrijven wordt gekeken hoe de transitie naar herbruikbare verpakkingen mogelijk gemaakt kan worden. De doelstelling is dat 10% van de verpakkingen herbruikbaar is in 2030, in lijn met aanstaande Europese wetgeving op verpakkingen.

  • Gevraagd naar wat bedrijven moeten doen om te verduurzamen, geven consumenten aan dat ze minder plasticgebruik en minder verpakkingsmateriaal het belangrijkst vinden. Maar liefst 88% van de consumenten vindt minder verpakkingsmateriaal (zeer) belangrijk. Het minderen van het gebruik van plastic wordt zelfs door 89% van de consumenten als (zeer) belangrijk aangemerkt. 79% van de consumenten vindt minder lucht in verpakkingen belangrijk. Uit een internationale studie uit januari 2020 in 25 landen door International Post Corporation blijkt dat 81% van de consumenten een verpakking van gerecycled materiaal belangrijk vindt en 79% wil graag een herbruikbare verpakking.

    44% zegt ook bereid te zijn daarvoor te betalen. Uit onderzoek van PostNL blijkt dat 46% van de consumenten vindt dat er te grote dozen worden gebruikt voor wat er wordt verstuurd en 45% vindt dat er te veel verpakkingsmateriaal wordt gebruikt. Ook bedrijven vinden verduurzaming van hun verpakkingen belangrijk. Uit een studie van InternetRetailing in opdracht van DS Smith blijkt dat 98% van de e-commercebedrijven duurzame verpakkingen belangrijk vindt, waarvan 38% zelfs zeer belangrijk.

  • Webwinkels hebben de afgelopen jaren al veel lucht gereduceerd door machinaal inpakken en het reduceren of veranderen van het verpakkingsmateriaal, tot zelfs het helemaal weglaten van de omverpakking. Het percentage lucht in verpakkingen was in 2021 nog 29,9% en is in 2023 27,4%.1 Bij een kartonnen doos is de vullingsgraad gemiddeld 50%. De vullingsgraad van enveloppen en verzendzakken ligt hoger dan bij kartonnen dozen, namelijk (bijna) 100%.2

    Hoe meer producten bij elkaar worden verpakt, hoe efficiënter een doos in het algemeen wordt gevuld.3 In Europa komt er een verpakkingswetgeving aan die stelt dat 40% lege ruimte van toepassing gaat zijn op het unieke orderniveau.


    1. Uitpakmonitor GfK in opdracht van PostNL
    2. Steekproef Partners for Innovation in opdracht van Thuiswinkel.org, 2020
    3. Thuiswinkel.org en Topsector Logistiek

  • Producten komen voor in alle mogelijke vormen en formaten, waardoor het onmogelijk is om voor iedere vorm van ieder product een perfect passende verpakking te vinden. Ook moet een verpakking groot genoeg zijn om niet zoek te raken in het distributiekanaal.

  • Als de pakketten kleiner zijn (minder lucht bevatten), passen er meer pakketten in een vervoersmiddel en hoeven er uiteindelijk minder voertuigen te rijden om hetzelfde aantal pakketten te bezorgen.

  • De totale eco-indicatiescore (een waarde die in één getal de milieubelasting van materiaal, product en transportsysteem geeft) voor een kartonnen doos of een plastic verzendzak verschilt weinig.1 Ook gaat er ongeveer evenveel CO2-uitstoot gepaard met de productie ervan.

    Het type milieudruk is wel anders. Bij de productie van dozen is er een grote druk op landgebruik en bij de productie van plastic zakken worden fossiele grondstoffen gebruikt en is er het risico dat het plastic – dat niet vergaat – in het milieu terecht komt als de consument er niet goed mee omgaat.


    1. PACKZ en Partners for Innovation in opdracht van Thuiswinkel.org, 2017

  • Plastic is om verschillende redenen een geschikt materiaal voor e-commerceverzendingen. Het is licht, vochtbestendig en, indien onvervuild, eindeloos recyclebaar. Verzendzakken van plastic hebben als belangrijk voordeel dat er geen lucht in de verpakking zit. Daardoor is de CO2-uitstoot in het vervoer lager dan bij een kartonnen doos.1

    Producten in plastic verzendzakken passen bovendien vaak door de brievenbus, waardoor er minder transportbewegingen nodig zijn voor een succesvolle bezorging. De consument hoeft dan niet meer naar het afhaalpunt, wat in de helft van de gevallen met de auto gebeurt. Dit geeft eveneens CO2-besparing. Steeds meer webwinkels gebruiken gerecycled plastic voor de verzendzakken. Zo hoeven er geen nieuwe fossiele grondstoffen te worden gebruikt en is de impact op het milieu beperkt.

    De keerzijde van plasticgebruik is dat de helft van het op de markt gebrachte plastic nog niet wordt gerecycled2 en dat plastic zwerfafval ernstige milieuschade met zich meebrengt. 


    1. Partners for Innovation, 2017
    2. Plastics Europe, 2020

  • Een herbruikbare verpakking past goed binnen de circulaire economie en minder materiaalgebruik. Via aanstaande Europese verpakkingswetgeving staat de doelstelling dat 10% van de verpakkingen herbruikbaar moet zijn in 2030. De eerste herbruikbare verpakkingen verschijnen inmiddels op de markt, waarmee de eerste testen worden gedaan.

    Daarbij horen een aantal uitdagingen. De kosten voor het produceren van een herbruikbare verpakking liggen hoger en de Nederlandse consument stelt een nette verpakking op prijs. Daarnaast worden verpakkingen ook ingezet voor retouren en vergt het een ander logistiek proces als verpakkingen moeten worden teruggehaald. Een aantal webwinkels voert momenteel pilots uit met herbruikbare verpakkingen. Daarnaast wordt met een consortium van bedrijven gekeken hoe een ketenaanpak voor herbruikbare verpakkingen vormgegeven kan worden. We houden je op de hoogte van de ontwikkelingen. 

  • Een duurzame verpakking:

    • zorgt ervoor dat het product goed beschermd is en het product niet beschadigd raakt;
    • vervoert geen overbodige lucht;
    • heeft weinig tot geen opvulmateriaal nodig;
    • is hersluitbaar om als retourverpakking te kunnen gebruiken;
    • is zoveel mogelijk gemaakt van monomateriaal;
    • informeert de consument hoe hij de verpakking moet weggooien;
    • draagt de juiste verzendinformatie;
    • waarborgt de privacy van de consument.

Logistiek

Hoeveel pakketbusjes rijden er voor webwinkels rond? Is naar de winkel gaan niet veel duurzamer? En is bezorging bij een afhaalpunt beter dan thuis laten bezorgen?

  • De bestelwagens van pakketvervoerders zijn erg zichtbaar, maar dit aandeel als onderdeel van alle bestelwagens binnen de ‘last mile' 1 ligt relatief laag: ongeveer 4-5% van alle bestelwagens betreft pakketbezorging2. Nog niet 1 % van het totale verkeer is een bestelwagen van een pakketvervoerder.

    Mensen denken vaak dat het aandeel pakketbusjes groter is. Zo denkt een op de drie Nederlandse dat bestelwagens voor 50-80% rondrijden om pakketjes voor webwinkels te bezorgen3. Dat lijkt zo omdat de pakketbusjes voor de deur stoppen, terwijl bijvoorbeeld de bussen van de bouwlogistiek doorrijden naar locatie en dan stil staan. Van dat soort busjes rijden er veel meer, maar ze vallen minder op.


    1. Het laatste deel van het bezorgtraject: van het magazijn van de webwinkel naar de consument

    2. Topsector Logistiek: Outlook pakketmarkt en thuisleveringen

    3. Thuiswinkel Duurzaamheid Monitor 2023

  • Uit een grote EU-brede studie door adviesbureau Oliver Wyman in opdracht van Amazon blijkt dat de fysieke detailhandel 1,5 tot 2,9 maal meer CO2 per verkocht product uitstoot dan e-commerce1. De belangrijkste factoren die het verschil verklaren zijn het veel hogere energieverbruik van fysieke winkels (gebouwen) en het vervoer over de laatste kilometers (200 g CO2e voor e-commerce en 600 g CO2e voor een consument die naar een fysieke winkel rijdt).

    De Vrije Universiteit Brussel heeft ook onderzoek gedaan naar de duurzaamheid van online shoppen. Op basis van meer dan twintig wetenschappelijke studies hebben onderzoekers een dataset  samengesteld van 244 aankopen, hun geschatte CO2-voetafdruk en informatie over de contextuele, distributie-, gedrags- en geografische omstandigheden. De onderzoekers concluderen uit de beoordeelde onderzoeken dat online aankopen over het algemeen een lagere CO2-uitstoot genereren dan winkelaankopen in het geval van auto-afhankelijke levensstijlen2.

    Ook uit Nederlands onderzoek blijkt dat er veel situaties zijn waarin online winkelen tot minder CO2-uitstoot leidt dan fysiek winkelen. Voor elektronica is online winkelen gemiddeld genomen milieuvriendelijker dan fysieke aankopen in deze categorie. Voor cosmetica is het echter omgekeerd3.

    Uiteindelijk hangt de CO2-impact af van veel factoren, zoals de afstand en het gekozen vervoersmiddel. Met name het gedrag van de consument maakt een verschil. In de praktijk gaan veel mensen met de auto naar een fysieke winkel of een afhaalpunt. Een online bestelling die een losse autorit naar een winkel vermijdt, is meestal de duurzaamste keuze. De meest duurzame keuzes zijn: online bestelling thuis laten bezorgen, online bestelling bij een afhaalpunt laten bezorgen en deze met de fiets ophalen of met lopend/met de fiets naar de fysieke winkel4.


    1. Is e-commerce good for Europe? Oliver Wyman, 2020. Pag. 69

    2. Not All E-commerce Emits Equally: Systematic Quantitative Review of Online and Store Purchases’ Carbon Footprint

    3. De mobiliteitseffecten en carbon footprint van online winkelen, HvA, TNO, Thuiswinkel, Topsector Logistiek, 2021. 

    4. Hierbij is alleen de uitstoot van de logistiek meegenomen, dus niet de milieukosten die samengaan met een winkelpand.

  • In het algemeen is de last mile (het laatste deel van het bezorgtraject: van het magazijn van de webwinkel naar de consument) in de e-commercesector heel efficiënt georganiseerd. De sector consolideert heel goed, wat betekent dat pakketjes van verschillende webwinkels gaan gezamenlijk in een busje gaan. Een busje kan in één rit wel 200 pakketten bezorgen. Daarnaast ligt het aantal adressen (‘stops’) per rit hoog en is de stoptijd (per adres) laag. Ook is de logistiek efficiënt ingericht. Door de efficiënte logistiek werd in 2022 92,5% van de pakketten die thuis bezorgd moesten worden, succesvol op het huisadres afgeleverd. Het gemiddeld aantal bezorgpogingen was 1,111.

    Fig 1. Ter illustratie: Als een deel van die consumenten de auto had gebruikt om het product in de winkel te kopen, dan loopt de CO2-uitstoot al snel hoger op dan de emissies van de pakketbus.

    Voorbeeld: Een persoon uit Den Haag bestelt schoenen die uit een magazijn in Tilburg komen. De levering is de volgende dag, met een dieselbusje. De uitstoot van het distributiecentrum in Tilburg naar de voordeur in Den Haag is dan 418 gram CO2, vergelijkbaar met 2 kilometer rijden met een personenauto. Indien het laatste gedeelte met de fietskoerier plaatsvindt, is de uitstoot slechts 100 gram CO2, evenveel als 350 meter rijden met de auto. Zijn er geen schoenen besteld, maar een boek dat door de brievenbus past, dan is de impact 19 gram CO2, omdat het met het postnetwerk meegaat en wordt afgeleverd met de fiets.


    1. Post en Pakketmonitor ACM 2022

  • Gevraagd naar wat bedrijven moeten doen om te verduurzamen, geeft 81% van de consumenten aan minder CO2-uitstoot (zeer) belangrijk te vinden. 61% van de consumenten vindt het (zeer) belangrijk dat e-commercebedrijven werken aan minder opstoppingen door pakketbussen. Gevraagd naar wat de consument zelf wil doen voor een duurzamere bezorging, is 65% van de consumenten positief over langer wachten op een bestelling. 35% van de consumenten is bereid om te betalen voor een bezorging met minder CO2-uitstoot. Dit komt uit de Thuiswinkel Duurzaamheid Monitor.

    Consumenten kiezen bij online winkelen in zo’n 81,5% van de gevallen om thuisbezorging. Vervoerders richten zich sterk op het verduurzamen van de hele bezorging, waarbij thuisbezorging gezien de behoefte van de consumenten heel belangrijk is. 8% laat bezorgen bij een servicepunt, en 10,4% bij overige locaties.

     

  • In Nederland zijn er in 2022 11.601 afhaalpunten (9,7% meer dan vorig jaar) en 1.840 pakketkluizen (92,3% meer dan vorig jaar)1. Daarnaast zijn er door de groei van omnichannel winkels (die verkopen via een fysieke winkel en online) steeds meer mogelijkheden om pakketjes op te halen bij winkels. Zo is te zien dat het aandeel afhalen bij pakketpunten in de grote steden toeneemt.


    1. Post en Pakketmonitor ACM 2022

  • Op 1 januari 2023 stonden er 14,9 duizend elektrische bestelauto's geregistreerd, dat zijn er 51,7 procent meer dan begin 2022 en vijf keer zoveel als begin 2019. Er is behoefte aan een hoge actieradius van de bussen, meer snelladers en aan een betere laadinfrastructuur.

    Naast bezorgen met elektrische bussen, wordt in sommige binnensteden ook bezorgd met licht elektrisch vrachtvoertuigen. Deze zijn kleiner dan een normale bus (tot 40%) en daardoor makkelijk passeerbaar en verbruiken 5 tot 10 keer minder energie.

    65% van de pakketten wordt momenteel fossiel bezorgd, en 35 wordt elektrisch bezorgd.1


     

    1. Post en Pakketmonitor ACM 2022

  • Vanaf 2025 zullen binnensteden steeds vaker zero-emissie beleverd worden. Verschillende gemeenten hanteren reeds toegangseisen tot delen van de stad in het kader van lokaal milieubeleid. Dit betekent bijvoorbeeld dat alleen emissievrije bestelbussen worden toegelaten. Emissievrije bezorging, ook buiten zero-emissiezones, lijkt in de nabije toekomst technisch en economisch haalbaar en staat ook in de plannen van de grote pakketvervoerders.

     

  • Pakketvervoerders en start-ups hebben de laatste jaren geïnvesteerd in innovatieve oplossingen om de ‘last mile’ bezorging efficiënter en duurzamer te maken. Dat doen zij bijvoorbeeld in de vorm van nieuwe bezorgconcepten zoals elektrische voertuigen, maar ook door uitbreiding van het distributienetwerk via de uitrol van servicepunten en (onbemande) pakketkluizen, safe place en het afschaffen van tweede bezorgpoging. Ook kunnen consumenten de bezorgvoorkeuren instellen om de bestelling in 1 keer succesvol te kunnen leveren. Om de kosten van pakketbezorging te verlagen investeren pakketvervoerders voornamelijk in het verhogen van de slagingskans van de eerste bezorgpoging.

    Verschillende initiatieven zetten in op het verduurzamen en efficiënter organiseren van de gehele logistieke keten. Zo is bij het Noordzeekanaal eind vorig jaar het CTPark Amsterdam City verrezen. Van hieruit wordt sinds dit jaar de horeca, bouw, e-commerce en foodsector beleverd. Ook in Utrecht is in januari dit jaar een proef gestart met duurzame pakketbezorging. Via een aantal hubs langs de rand van Utrecht worden pakketjes met bakfietsen naar de pakketpunten in de wijk gebracht.

    • Kiezen voor de milieuvriendelijkste bezorgoptie. Hoe meer ruimte de vervoerders krijgen om te plannen, des te effectiever ze kunnen zijn. Als het product niet direct nodig is, dan kan de consument in de meeste gevallen het beste kiezen om het product binnen enkele dagen te laten leveren.

    • De consument kan zorgen dat hij thuis is als de bestelling komt. Indien aanwezig in de check out, kunnen consumenten kiezen voor de dag die hen het beste uitkomt en op die dag zoveel mogelijk pakketten laten leveren. Er zijn ook brievenkasten die direct aan huizen te plaatsen zijn. Zo hoeft de vervoerder niet extra te rijden.

    • Lopend of met de fiets naar een afhaalpunt gaan om pakketjes af te halen of retouren in te leveren. Rijden met een personenauto heeft een hoge impact.

    • Wanneer de optie er is: retouren omwisselen als er een nieuwe bestelling komt.

    • Consumenten kunnen retouren zoveel mogelijk voorkomen door maattabellen te raadplegen en reviews te lezen.
  • Op dit moment is een afhaalpunt niet duurzamer dan aan huis bezorgen. Onderzoek van TNO toont aan dat wanneer de helft van alle pakketten naar afhaalpunten worden gebracht in plaats van aan huis worden geleverd, dit tot 17% CO2-reductie kan leiden in het totale last mile-netwerk van de vervoerder1. De bezorger kan dan namelijk een kleiner rondje rijden. Berekend per pakket is het milieuvoordeel per pakket zelfs 33%.

    Een ritje van de consument met een personenauto naar een afhaalpunt zorgt er echter voor dat de milieuwinst van de vervoerder direct verdwenen is. Een positieve milieu-impact zullen we pas krijgen als voldoende consumenten hun pakketten bij het afhaalpunt laten bezorgen én de pakketten vervolgens lopend of met de fiets opgehaald worden.

    De gemiddelde CO2-uitstoot om een product in een doos van 25 liter van het webwinkel-magazijn thuis bezorgd te krijgen is ca 350 gram CO22. Een personenauto op benzine kan hiervoor slechts 1,5 kilometer rijden.


    1. TNO voor Bewust Bezorgd, cijfers 2018

    2. Effect of pick-up points and returns on CO2 emissions in last mile parcel delivery networks, TNO, in opdracht dan Thuiswinkel en Connekt/ Topsector Logistiek, 2020.

Circulariteit

Wat is circulariteit nou eigenlijk? Hoe staat het met circulariteit in retail in de e-commerce? En hoe kan je daar als e-commercebedrijf impact op maken?

  • In een circulaire economie worden spullen die nu nog als afval worden gezien, hergebruikt. Zo hebben we minder of geen nieuwe grondstoffen uit de aarde nodig. In 2050 claimt Europa, en dus ook Nederland, volledig circulair te zijn. Het concept 'circulair' verwijst naar een economisch systeem waarin grondstoffen en producten zo lang mogelijk in de economie worden gehouden, en waarde creatie plaatsvindt zonder uitputting van natuurlijke hulpbronnen en schadelijke impact op het milieu. Het doel is om afval te minimaliseren en hergebruik, recycling en herstel van materialen te maximaliseren gedurende de gehele levenscyclus van een product.

    Als men het over circulariteit heeft, wordt vaak gesproken over de R-ladder. Dit is een trapsgewijs systeem dat weergeeft welke strategieën men kan toepassen met betrekking tot circulariteit[1]:

    • Refuse and rethink: de eerste stap is om te heroverwegen of je nu de juiste aanpak hebt. Kun je afzien van bepaalde processen om bijvoorbeeld minder energie of materiaal te gebruiken.
    • Reduce: door het reduceren/verminderen van grondstoffen en materialen maak je verduurzamingsstappen.
    • Re-use: wanneer een product of materiaal nog helemaal in orde is, maar niet meer wordt gebruikt door de eerste gebruiker, kan het dan door een ander opnieuw gebruikt worden.
    • Repair, refurbish, remanufacture, repurpose: wanneer een product door gebruik waarde heeft verloren, hoeft het niet direct afgedankt te worden. Door reparatie kan de levensduur verlengd worden.
    • Recycle: wanneer een product niet gerepareerd kan worden, kunnen soms afzonderlijke onderdelen en grondstoffen nog een nieuwe functie vervullen, bijvoorbeeld vervezelen van textiel.

    Recover: als materialen verbrand worden, dan kan hieruit energie gewonnen worden. In een ideale wereld gebeurt dit zo min mogelijk.


    [1] https://www.rvo.nl/onderwerpen/r-ladder 

  • Uit onderzoek van ShoppingTomorrow in 2021 blijkt dat circulariteit bij veel fashionretailers en –merken op het netvlies staat. 38% geeft aan circulariteit zeer belangrijk te vinden, 33% vindt het belangrijk. Waar duurzaamheid wél in het businessmodel van veel partijen staat, is dat bij circulariteit nog nauwelijks het geval. Circulariteit vereist nieuwe en andere samenwerkingsvormen en informatie-uitwisseling, omdat je van een lineaire keten naar een cirkel gaat. [1]

    In 2023 heeft een expertgroep van ShoppingTomorrow zich ontfermd over de vraag hoe een circulair businessmodel eruit kan zien. Daarbij hebben ze een vliegwiel voor circulair shoppen ontwikkeld. Het vliegwiel is een instrument om circulariteit binnen je bedrijf te versnellen. Uit onderzoek onder de leden van Thuiswinkel blijkt ook dat het onderwerp circulariteit het meeste aandacht nodig heeft binnen duurzaamheid. 72% geeft aan er op een of andere manier mee bezig te zijn, maar dat is significant lager dan het aantal dat zegt bezig te zijn met duurzaam bezorgen, verpakken, retouren of productaanbod. Zo biedt 36% van leden productreparatie aan en 33% van de leden tweedehands of refurbished producten.


    [1] Consumentenonderzoek ShoppingTomorrow, 2021

  • Voor 31% van de consumenten speelt circulariteit geen rol in hun koopgedrag. 29% geeft aan dat het de bepalende factor is wanneer zij een product kopen, en 40% geeft aan dat ze er meer bewust van zijn maar er nog weinig mee doen. [1] Als we inzoomen op de zes genoemde stappen van de R-ladder, zeggen consumenten het volgende:  

    • Refuse en rethink: afzien van producten of producten intensiever gebruiken;

    De meerderheid van de consumenten vindt zichzelf verantwoordelijk voor zijn of haar aankoopgedrag. 50% van de consumenten geeft aan de verantwoordelijkheid om te ‘consuminderen’ bij zichzelf leggen. 35% vindt dit een gezamenlijke verantwoordelijkheid van bedrijven en henzelf, en slechts 5% geeft aan dat bedrijven verantwoordelijk zijn dat consumenten minder worden aangezet tot (onnodige) aankopen. [2]

    • Reduce: producten efficiënter fabriceren of efficiënter maken in het gebruik;

    Minder dan 1% van de consumenten huurt, leent of least producten zoals kleding, meubels wasmachines of kleine elektrische gereedschappen in plaats van ze te kopen. Een kleine meerderheid is bereid deze producten in de toekomst te gaan huren of leasen in plaats van aan te schaffen. Voor bepaalde producten is de bereidheid tot huren iets groter, zoals het huren van gereedschappen  via een bouwmarkt of een vakantiewoning van particulieren.
    Ook geven de meeste respondenten aan niet bereid te zijn om eigen producten, zoals kleding, gereedschappen of de auto, via een platform met vreemden te delen. Zij delen liever met vrienden en familie dan met vreemden: rond een kwart is bereid kleding aan vrienden en familie buiten het eigen huishouden uit te lenen, een derde de auto en voor gereedschappen gaat het om acht op de tien respondenten (zie fase 2). Voor de wasmachine ligt dit aandeel lager: 5 procent is bereid om een wasmachine te delen met de buren. [3]
    Bijna de helft (45%) van de consumenten verwachten wel in de toekomst dat een groter deel van de producten zal worden geleased in plaats van gekocht. [4] 
    Ook geeft 16% van de Nederlanders wel aan gebruik te maken van de deeleconomie door bijvoorbeeld Uber, Airbnb of Thuisgekookt.nl te gebruiken. [5]

    • Reuse: hergebruik van een product;

    38% van de consumenten koopt regelmatig tweedehands producten (online, dan wel fysiek). 29% van de consumenten koopt online tweedehands (zoals op Marktplaats of op Vinted). 19% verwacht dit in de toekomst vaker te gaan doen. De meeste tweedehands aankopen worden gedaan in Kleding (35%), Home & Living (26%) en Speelgoed (24%). Men verwacht met name meer tweedehands te gaan kopen in Kleding (17%), DIY / Garden (14%) en Media & Entertainment (12%). Consumenten kopen het vaakst tweedehands omdat het goedkoper is én beter voor het milieu (54%), voor één derde (32%) is de hoofdzakelijke reden omdat het goedkoper is, en voor 14% zijn milieuredenen het meest belangrijk in het kopen van tweedehands producten.  [6]

    • Repair, refurbish, remanufacturing en repurpose : reparatie en hergebruik van productonderdelen;

    Het afgelopen jaar heeft één derde van de consumenten kleding laten repareren. Over 5 jaar verwacht men met name consumentenelektronica, huishoudelijke elektronica en kleding te (laten) repareren. [1]

    • Recycling: verwerken en hergebruiken van materialen;

    76% van de consumenten zegt bereid te zijn om verpakkingsmaterialen te recyclen wanneer ze producten thuis laten bezorgen. [2] Ook zeggen consumenten kapotte producten vaak in te leveren voor recycling. Dat geldt voor kleding (68%) en apparaten (82%).

    • Recover: energie terugwinnen uit materialen.

    [1] Consumentenonderzoek ShoppingTomorrow, 2023

    [2] Consumentenonderzoek ShoppingTomorrow, 2023

    [1] Consumentenonderzoek ShoppingTomorrow, 2023

    [2] Consumentenonderzoek ShoppingTomorrow, 2023

    [3] Hoe circulair zijn Nederlandse consumenten? PBL, 2023

    [4] Consumentenonderzoek ShoppingTomorrow, 2023

    [5] https://www.capterra.nl/blog/3189/onderzoek-deeleconomie-regulering

    [6] Consumentenonderzoek ShoppingTomorrow, 2023

    • Refuse en rethink: afzien van producten of producten intensiever gebruiken;

    Producten die in een stevige verpakking zitten, hebben wellicht geen extra verzendverpakking meer nodig. Bol.com doet dit bijvoorbeeld al[1].

    • Reduce: producten efficiënter fabriceren of efficiënter maken in het gebruik;

    Reductie en efficiëntieslagen zijn veelal te halen op logistiek gebied. Door bijvoorbeeld efficiënter te verpakken, reduceer je de hoeveelheid lucht in pakketten en hoeft er minder transport te rijden om dezelfde hoeveelheid producten te versturen[2].

    • Reuse: hergebruik van een product;

    Producten die retour komen, zonder dat het product waarde heeft verloren, kunnen terug in de verkoop. Het aanbod van deze zogeheten tweede kans, zien we bij steeds meer bedrijven ontstaan. Voorbeelden zijn onder andere te vinden bij fonQ, Flinders en Coolblue[3].

    • Repair, refurbish, remanufacturing en repurpose : reparatie en hergebruik van productonderdelen;

    Een opkomende trend is dat bedrijven zelf actief aanbieden om hun verkochte producten te repareren waar nodig, we zien dit met name bij omnichannel bedrijven. Reparatie gebeurt zowel voor klanten die hun eigen product daarna weer zelf willen gebruiken, zoals bijvoorbeeld G Star aanbiedt[4]. Het kan ook zijn dat bedrijven producten terugnemen, opknappen en opnieuw aanbieden aan een nieuwe klant, zoals Zeeman en Het Goed samen uitproberen in een pilot[5].

    • Recycling: verwerken en hergebruiken van materialen;

    Wanneer een product niet meer gebruikt wordt door je klant, en ook niet geschikt is voor reuse of repair, dan kun je inzamelen voor recycling. Een voorbeeld hiervan is de inzameling van donzen dekbedden en donzen kussens door beddengoedmerk Yumeko[1].


    [1] https://www.yumeko.nl/impact/dons-recycleservice

    [1] https://twinklemagazine.nl/2019/04/bol.com-verpakkingen-duurzaam/index.xml

    [2] https://www.thuiswinkel.org/webshops/kennisbank/kennisartikelen/thuiswinkel-talk-5-hoe-verminder-je-de-hoeveelheid-lucht-in-pakketjes/

    [3] https://www.fonq.nl/buitenkansjes/ , https://www.flinders.nl/klantadvies/tweedekansjes/wat-is-een-tweedekansje , https://www.coolblue.nl/tweedekans

    [4] https://www.g-star.com/nl_nl/certified-tailors

    [5] https://www.zeeman.com/nl/resale

    • Refuse en rethink: afzien van producten of producten intensiever gebruiken;

    ZO Schoon: Bij ZO Schoon bieden ze geconcentreerde zepen aan, met zo min mogelijk water. De gebruiker kan zelf water toevoegen. Daarnaast zit de zeep in minimale verpakking, en bieden ze een herbruikbare fles aan die keer op keer gebruikt kan worden. De voordelen hiervan zijn dat er minder transport is doordat er geen onnodig water verplaatst hoeft te worden, en er zijn aanzienlijk minder plastic verpakkingen nodig.

    N.E.W. (Never Ever Waste) vanuit New Optimist: Zij luiden een mode-industrie in zonder afval met de invoering van statiegeld. Dit nieuwe systeem garandeert dat jouw kleding wordt gerecycled of een tweede leven krijgt. Bovendien kan je de hele levenscyclus tot aan recycling volgen via de QR code.


    • Reduce: producten efficiënter fabriceren of efficiënter maken in het gebruik;

    Bosch BlueMovement: Bosch biedt een abonnementsservice voor het huren van hun huishoudelijke apparatuur.  

    MUD Jeans: Bij MUD Jeans kun je spijkerbroeken leasen in plaats van kopen.

    Decathlon: Decathlon biedt een verhuurservice aan. Onder andere voor campingspullen en kinderfietsen.

    Peerby: Via Peerby kan men spullen lenen van andere consumenten ipv zelf aanschaffen, zoals gereedschap.


    • Reuse: hergebruik van een product;

    Coolblue Tweedekans-producten: Coolblue biedt producten opnieuw aan die door consumenten zijn teruggestuurd of geruild, tegen een gereduceerd tarief.

    IKEA: IKEA neemt tweedehands meubels weer in tegen een tegoedbon en verkoopt deze vervolgens weer in de ‘tweedekanshoek’.

    Bol.com: Bol.com werkt met retourdeals, dit zijn producten die door consumenten zijn teruggestuurd of geruild, en die door Bol.com opnieuw worden aangeboden tegen een gereduceerde prijs.


    • Repair, refurbish, remanufacturing en repurpose : reparatie en hergebruik van productonderdelen;

    ReplaceDirect: ReplaceDirect biedt onderdelen aan waardoor je eenvoudig je apparaten kunt repareren.

    Fixje: Fixje geeft de consument proactief informatie bij aankoop van producten zodat ze zelf een product kunnen repareren.

    Fietsaccu-revisie: Bij Fietsaccu-revisie vervangen ze  versleten energiecellen van een fietsaccu waardoor de oorspronkelijke capaciteit weer bereikt wordt. De originele behuizing en elektronica wordt hergebruikt, waardoor het milieu minder belast wordt.


    • Recycling: verwerken en hergebruiken van materialen;

    Adidas: Het garen van de Adidas Parley-schoen bestaat voor minimaal 50% uit oceaanplastic en 50% uit gerecycled polyester.

    Unwaste: Unwaste produceert zeep en shampoo gemaakt met koffiedik en sinaasappelschillen.

    Auping: Auping heeft een circulair matras ontwikkeld, alle materialen zijn makkelijk en onafhankelijk van elkaar te scheiden en te hergebruiken. Het matras is niet te koop, alleen te leasen, zo blijft Auping eigenaar van de grondstoffen.

  • Het kabinet heeft de ambitie om grondstoffenverbruik in 2030 te halveren, dit is een tussendoel op weg naar een volledig circulaire economie in 2050. De doelstellingen voor 2030 en 2050 komen terug in het Nationaal Programma Circulaire Economie (NCPE).  Het NPCE biedt een richtlijn en handvatten voor ketensamenwerking om zo de economie te verduurzamen en de doelstellingen te bereiken.

    In het NCPE is een rol weggelegd voor e-commerce. Voor onze sector zijn onder meer de overstap naar circulaire businessmodellen, hergebruik, circulair ontwerp, reparatie, inzameling en recycling van toepassing. De rol van de retailer moet veranderen van het eenrichtingsverkeer van verkopen van producten in de huidige lineaire economie, naar het faciliteren van gebruik van producten en diensten waarbij grondstoffen behouden blijven.

     Aan de basis van het rapport staan transitie-agenda’s voor de vijf productketens met de meeste negatieve impact die zijn opgesteld in 2018. Dit zijn Biomassa en Voedsel, Kunststoffen, Consumptiegoederen, Bouw en Maakindustrie.  Thuiswinkel.org droeg bij aan de totstandkoming van de transitieagenda Consumptiegoederen. Dit betreft elektrische en elektronische apparaten, verpakkingen en wegwerpproducten, textiel en meubels. Voor deze productgroepen zijn doelstellingen voor 2030 gesteld gericht op circulariteit. Zo is een goed voorbeeld van hoe de e-commercesector kan bijdragen aan een circulaire economie het terugnemen van producten aan het einde van hun levensduur voor recycling.

    Voor verpakkingen zijn doelstellingen geformuleerd in het NCPE: Vanaf 2030 wordt het potentieel van herbruikbare verpakkingen maximaal benut. Voor E-commerce betekent dit dat er ambitieuze doelstellingen komen voor herbruikbare verzendverpakkingen. Op dit moment is nog geen 1% van de e-commerceverpakkingen herbruikbaar. In aanstaande Europese verpakkingswetgeving (PPWR) is het doel dat in 2030 10% van de omverpakkingen herbruikbaar is.

  • Er komt op het gebied van circulariteit veel wet- en regelgeving veel aan vanuit Europa, uitgewerkt in het EU-Actieplan voor de Circulaire Economie (onderdeel van de Green Deal). In het Europese actieplan staan diverse initiatieven die komende jaren van kracht zullen gaan, zowel Europees en nationaal. Belangrijk om te melden is dat onderstaande wetsvoorstellen op dit moment nog niet exact zijn uitgewerkt, de inhoud kan dus nog veranderen.

    1. Is E-commerce klaar voor het nieuwe wetsvoorstel Recht op Reparatie?

    “Right to Repair”, promoting the repair of goods: Dit wetsvoorstel is een Richtlijn en op dit moment nog in onderhandeling in het Europees Parlement. Deze richtlijn maakt reparatie makkelijker dan het vervangen van apparaten en het wordt de consument makkelijker gemaakt om hun kapotte goederen te laten repareren.  Voor de ondernemer betekent dit dat ze verplicht worden om reparatie aan te bieden binnen de garantietermijn, behalve op het moment dat het duurder is dan vervanging. In praktijk gebeurt het vaak al dat ondernemers eerst reparatie aanbieden. Wel zien we wat nieuwe obstakels met het verlengen van de garantietermijn, omdat Nederland nu al de ruimste interpretatie in Europa hanteert. Meer over onze positie op Right to Repair vind je via deze link.

    1. Is E-commerce klaar voor Ecodesign, waarin toegewerkt wordt naar digitale productpaspoorten?

    Dit wetsvoorstel is een verordening en beoogt het stimuleren van duurzaam productontwerp, voert een digitaal productpaspoort in en stelt een verbod in op het vernietigen van onverkochte producten. Op dit moment is Ecodesign nog een Europees wetsvoorstel, de verwachting is dat deze akkoord is in 2024. Met dit wetsvoorstel worden ondernemers gestimuleerd om duurzamere producten te ontwikkelen. Reparatie, hergebruik en recycling wordt makkelijker gemaakt. Op deze manier krijgen ondernemers meer handvatten om richting een circulair businessmodel te werken en het aanbod duurzame producten te vergroten.

    1. Het verduurzamen van verpakkingen wordt ingezet via Packaging and packaging waste regulation (PPWR), hoe kijkt de E-commercesector hier naar?

    Via een Europese verpakkingsverordening, akkoord in Brussel verwacht in 2024, staat het doel om het verpakkingsafval te verminderen en in te zetten op dat verpakkingen langer meegaan. Thuiswinkel.org staat achter het doel om via wetgeving te komen tot een circulaire economie van verpakkingen en de hoeveelheid verpakkingsmateriaal te verminderen. Voor winkeliers zal dit betekenen dat ze gerecyclede verpakkingsmaterialen moeten gebruiken, te grote verpakkingen moeten voorkomen en zo nodig het ontwerp van verpakkingen moeten aanpassen. Ook is het doel toe te werken naar een systeem van herbruikbare verpakkingen. Bovenal is Thuiswinkel zeer te spreken dat via deze wetgeving een gelijk speelveld in Europa voor verpakkingen wordt gecreëerd. Harmonisatie van de regels verkleint de regeldruk voor bedrijven, geeft duidelijke richting en helpt dit doel te verwezenlijken. Wel moet gelet blijven worden op dat de genoemde criteria en verplichtingen praktisch uitvoerbaar blijken en er ruimte blijft voor innovatie.

Duurzamer product aanbod

Wat is een duurzamer product? Waarom zijn deze producten zo belangrijk in e-commerce? Welke uitdagingen komen kijken bij het vergroten van het duurzamere productaanbod? En hoe wordt greenwashing tegen gegaan?

  • Een duurzaam product kan op verschillende manieren worden geïnterpreteerd en heeft invloed op meerdere vlakken. Denk aan de manier waarop grondstoffen worden gewonnen, welke materialen worden gebruikt, de manier waarop een product wordt geproduceerd. Welke processen worden gebruikt, maar ook de arbeidsomstandigheden. En is het product zo ontworpen dat het lang mee gaat, repareerbaar is en gerecycled kan worden? Bij een duurzamer product moet het specifieke duurzaamheidsvoordeel bewezen kunnen worden, hier wordt bijvoorbeeld op gehandhaafd door de Autoriteit Consument en Markt (ACM).

  • In 2021 is onderzoek gedaan onder 810 grote webwinkels in de 27 landen van de EU. Hiermee werd duidelijk dat 36% van deze webwinkels over CSR (corporate social responsibility) communiceerde op hun website. 92% hiervan ging over duurzamer productaanbod. [1]


    [1] https://www.cmihva.nl/data-visualisaties/how-important-is-corporate-social-responsibility-csr-for-leading-online-retailers-in-europe/

  • 24% van de consumenten controleert of een product op duurzame wijze is geproduceerd. 28% verwacht dit in de toekomst vaker te gaan doen. 61% vind het belangrijk dat er in ieder geval inzicht mogelijk is op de duurzaamheid en circulariteit van producten en diensten die worden aangeboden. Prijs heeft echter ook een effect: 48% van de consumenten geeft aan dat ze een duurzaam product kiezen wanneer deze even duur of goedkoper wordt aangeboden van de niet/minder duurzame variant. 20% geeft aan (vrijwel) altijd voor duurzame producten te kiezen, en niet overtuigd te hoeven worden door presentatie of prijs. [1]

    Een groot deel van de respondenten geeft aan bereid te zijn om duurzamere productalternatieven te kopen. Voorbeelden zijn kleding van milieuvriendelijke materialen zoals kenaf of hennep, meubels van gerecyclede materialen, biologische voedselproducten en lokaal geteelde groenten en fruit van het seizoen. De meerderheid doet dit echter nog niet. Zo geeft 6 procent van de consumenten aan dat hun laatste aangeschafte meubelstuk of kleding van gerecyclede materialen is gemaakt; bij kleding is het aandeel iets hoger. Opmerkelijk is ook het aandeel respondenten dat het antwoord niet weet: de helft van hen weet niet of het laatste aangeschafte meubelstuk van gerecyclede materialen is gemaakt; bij kleding is dit zelfs meer[2].   


    [1] Consumentenonderzoek ShoppingTomorrow, 2023

    [2] Hoe circulair zijn Nederlandse consumenten? PBL, 2023

  • Hierover zegt Jesse Weltevreden, professor Digital Commerce aan de HVA: “Online winkels kunnen op het gebied van duurzaam verpakken en logistiek nog veel doen. Een grotere milieuwinst valt echter te behalen in de producten die verkocht worden.” [1]

    Dit zie je terug in uiteenlopende life cycle analyses (LCA’s). Dit zijn analyses van producten, van grondstof tot eindproduct, en soms zelfs inclusief gebruiksfase en afvalfase. In deze LCA’s zie je dat de keuze voor materialen en de manier van produceren veelal bepalend is voor de hoogte van de milieu impact van een product[1]. Als e-commercebedrijf bepaal jij wat je aanbiedt aan je klant, dus ook op dit gebied kun je duurzaamheid meenemen in je overwegingen.

    Jesse Weltevreden geeft verder aan, dat slechts 1% van de mvo-bewuste webwinkels in Europa een volledig duurzaam assortiment heeft. Als meer webwinkels overstappen op een groter duurzaam productaanbod, kunnen we echt het verschil maken[2].

    Ook wereldwijd heeft de meerderheid van de consumenten (79 procent) de winkelvoorkeur aangepast op duurzaamheid. Dit is in schril contrast met de 36 procent van de organisaties die gelooft dat consumenten daadwerkelijk bereid zijn hun gedrag en voorkeuren aan te passen om hun sociale of milieu-impact te verminderen. Deze kloof representeert voor merken en retailers een omzetrisico van ongeveer 6 procent als ze niks doen. [3]


    [1] Thuiswinkel Duurzaamheid Monitor, 2023

    [1] https://ecochain.com/case-studies/mud-jeans-saved-15-million-tons-of-co2/ EN https://www.dropbox.com/s/c3qij7hdc9bmfrs/MUD%20LCA%202020_High%20.pdf?dl=0 

    [2] Thuiswinkel Duurzaamheid Monitor, 2023

    [3] Capgemini, ‘How sustainability is fundamentally changing consumer preferences’, 2020

     

  • Transparantie in de gehele keten is belangrijk. Een grote uitdaging is de juiste informatie ontvangen vanuit de gehele keten. Daarom is het nodig om het gesprek aan te met grondstofleveranciers, producenten en vervoerders. Zoek samen naar oplossingen om zo het hele proces te verduurzamen. Ook kan je hiervoor certificering/keurmerken gebruiken. Voor bedrijven die hun eigen producten produceren is het makkelijker om dit in kaart te brengen, zij hebben meer zicht op het productieproces dan webwinkels die inkopen van producenten. Wanneer je deze informatie van je producten eenmaal in kaart hebt, kun je samen met je leveranciers werken aan verduurzamingsslagen.

  • Deze wetten worden op korte termijn ingevoerd. Veel zijn nog niet exact uitgewerkt. Dit zijn de belangrijkste.

    1. Ecodesign for Sustainable Products Regulation (voorheen Sustainable Products Initiative): Dit wetsvoorstel stelt een productpaspoort voor producten, waarin informatie staat over herkomst, materiaal en materiaalgebruik. Daarnaast stelt deze verordening een verbod op onverkochte producten in.
    2. Corporate Sustainable Due Diligence Directive: De wetgeving moet organisaties aansporen om ketenverantwoordelijkheid te nemen, milieurisico’s te beperken en goede arbeidsomstandigheden te borgen.
    3. Corporate Sustainable Reporting Directive: De CSRD verplicht bedrijven tot een duurzaamheidsverslaglegging, naast hun financiële rapportage. Organisaties moeten transparant zijn over hun impact over mens en milieu. Deze wetgeving gaat gefaseerd in en start met grote bedrijven die voldoen aan twee van de drie volgende eisen: meer dan 250 werknemers, meer dan 40 miljoen euro omzet per jaar en meer dan 20 miljoen euro op de balans. De bedrijven dienen te rapporteren over boekjaar 2023. Voor het mkb gaat de CSRD-wetgeving gelden vanaf 2026, over boekjaar 2025. Bedrijven zijn zich hier op dit moment volop op aan het voorbereiden.
  • De consument moet eerlijk en begrijpelijk worden geïnformeerd over de mate van duurzaamheid van producten. Wetgeving uit Europa is op komst en de nationale Leidraad duurzaamheidsclaims zien streng toe op greenwashing.

    Europese wetgeving zorgt voor greenwashing tegen te gaan door de onderbouwing van duurzaamheidsclaims te verplichten en door eisen te stellen aan de beschikbare informatie over het product, via Substantiating Green Claims. Door duidelijkere kaders wat betreft duurzaamheidsclaims kan gemakkelijker worden opgetreden tegen misleidende claims. Betrouwbare milieu-informatie zorgt ervoor dat consumenten een daadwerkelijk duurzame beslissing kunnen nemen. Door strenge Europese wetgeving zal het aantal bestaande duurzaamheidskeurmerken afnemen, zodat consumenten een daadwerkelijk duurzame beslissing kunnen nemen.

    Via Empowering the Consumer in The Green Transition, een ander Europees wetsvoorstel, zet de Europese Commissie aan de consument mee te krijgen om weloverwogen aankoopbeslissingen te nemen door hen te voorzien van betrouwbare productinformatie op het gebied van duurzaamheid, mogelijkheden tot reparatie en de beschikbaarheid van software-updates.

    De Nationale Leidraad duurzaamheidsclaims van de ACM geeft praktische voorbeelden om bedrijven te helpen bij het formuleren van duurzaamheidsclaims. Bedrijven moeten eerlijk zijn over duurzaamheid, en mogen alleen duidelijke, juiste en relevante duurzaamheidsclaims gebruiken. De ACM heeft 5 vuistregels opgesteld die bedrijven helpen om te werken met eerlijke duurzaamheidsclaims;

    1. Maak duidelijk welk duurzaamheidsvoordeel het product heeft
    2. Onderbouw duurzaamheidsclaims met feiten en houd ze actueel
    3. Vergelijkingen met andere producten, diensten of bedrijven moeten eerlijk zijn
    4. Wees eerlijk en concreet over de duurzaamheidinspanningen van uw bedrijf
    5. Zorg dat visuele claims en keurmerken behulpzaam zijn voor consumenten en niet verwarrend
  • Het kabinet heeft de ambitie om in 2050 een circulaire economie te hebben, met als tussendoel om het primaire abiotische grondstoffenverbruik in 2030 te halveren. De doelstellingen voor 2030 en 2050 komen terug in het Nationaal Programma Circulaire Economie (NCPE).  Het NPCE biedt een richtlijn en handvatten voor ketensamenwerking om zo de economie te verduurzamen en de doelstellingen te bereiken. De doelstellingen van het kabinet voor 2030 en 2050 zijn zeer ambitieus. Met het huidige ingezette beleid worden de doelstellingen niet bereikt. Missend is het vrijmaken van het nodige budget om een circulaire economie verder te faciliteren.

    Onderdeel van het NCPE is het duurzamer maken van producten, via de transitie-agenda consumptiegoederen. Thuiswinkel.org droeg bij aan de totstandkoming van de transitieagenda Consumptiegoederen. Dit betreft elektrische en elektronische apparaten, verpakkingen en wegwerpproducten, textiel en meubels. Voor deze productgroepen zijn doelstellingen voor 2030 gesteld gericht op circulariteit. Zo is een goed voorbeeld van hoe de e-commercesector kan bijdragen aan een circulaire economie het terugnemen en recyclen van producten aan het einde van hun levensduur.

    Voor verpakkingen zijn doelstellingen geformuleerd in het NCPE: Vanaf 2030 wordt het potentieel van herbruikbare verpakkingen maximaal benut. Voor E-commerce betekent dit dat er ambitieuze doelstellingen komen voor herbruikbare verzendverpakkingen. Op dit moment is eerder 1% van de e-commerceverpakkingen herbruikbaar. De ambitie ligt er dus. In aanstaande Europese verpakkingswetgeving is het doel dat in 2030 10% van de omverpakkingen herbruikbaar is.

  • Om je productaanbod te verduurzamen is het van belang om eerst eens kritisch te kijken naar je huidige aanbod.

    Stel doelstellingen op over het verduurzamen van je productaanbod, bijvoorbeeld:

    • Introduceer voor je meest populaire artikelen een duurzamer alternatief.
    • Introduceer in elke productcategorie minstens één duurzamer alternatief.
    • Stop met de verkoop van zeer schadelijke producten.

    Daarnaast is het belangrijk om duurzaamheid mee te nemen in je processen:

    • Neem duurzaamheid mee in het inkoopproces. Let erop of leveranciers certificaten hebben voor het leveren van grondstoffen of op een andere manier informatie kunnen geven over de productiewijze van de producten. Productdata is hierbij erg belangrijk. [1]
    • Kijk of je bepaalde producten anders kan aanbieden: bijvoorbeeld verhuur of ga voor tweede hands aanbod.

    Ga ook aan de slag met duurzaamheidscommunicatie, bijvoorbeeld:

    • Geef extra aandacht aan je duurzamere producten en geef geen of minder aandacht aan je minst duurzame/meest schadelijke producten.
    • Maak het gemakkelijk voor consumenten om duurzame producten te vinden. Bied bijvoorbeeld een duurzaamheidsfilter aan op je website.
    • Geef informatie over duurzaamheid op de productpagina van een product.
    • Gebruik een aparte pagina op je website om uit te leggen hoe jouw bedrijf omgaat met duurzaamheid, en wat jullie duurzaam productaanbod inhoudt.
    • Te allen tijden: Communiceer eerlijk en transparant om greenwashing te voorkomen.

    [1] Bluepaper- The role of Product data in Sustainability- ShoppingTomorrow 2022

  • Er zijn verschillende manieren om met een duurzaam productaanbod om te gaan. Yumeko en Dille & Kamille zijn voorbeelden van leden die vanuit hun bedrijfsfilosofie als doel hebben de commerciële markt te veranderen met hun aanbod van producten. Deze leden hebben hun bedrijf opgezet vanuit duurzaamheid. Ze willen impact maken door hun hele productieproces van grondstof tot eindproduct duurzaam te produceren.

    Er zijn meer leden/webwinkels die hun assortiment verbreden of langzaam vervangen met duurzame producten. Kijk bijvoorbeeld naar Decathlon, Futurumshop en JoshV. Ook Bol. heeft doelstellingen gezet op aandeel duurzaam productaanbod. Zij verduurzamen producten door uit te zoeken hoe het productieproces en materiaalgebruik in elkaar steekt. Hierop maken zij aanpassingen om zo het product duurzamer te produceren. Ze kiezen voor fabrieken met betere, lonen, arbeidsomstandigheden en dichter bij huis. En ze besluiten samen met de producent om andere grondstoffen te gebruiken die beter recyclebaar zijn en minder schadelijk voor het milieu.